Zaterdag

Het is weer een drukte van belang bij het troephuis aan de Doolhoflaan. Alle speltakken gaan op kamp. Maar liefst 5 aanhangwagens komen er voorrijden om al het materiaal van de verkenners te vervoeren richting Baarn. De jongens fietsen in bijna 4 uur zonder problemen naar het kampterrein.

Wanneer de verkenners ariveren zijn alle karren al uitgepakt en kan er begonnen worden met de bouw van ons Prehistorisch dorp. Het is prima weer om lekker buiten aan de slag te gaan en aan het eind van de middag zijn alle kampjes gereed. 's Avonds maakt de leiding in een grote pan Chiliconcarne voor de hele bende.

Zondag

We bezoeken een doopdienst in de Pauluskerk te Baarn. De verkenners gaan na het dopen, naar de kindernevendienst. Halverwege de dienst komen er enkele padvindsters de kerk binnen, van de luchtscouts die naast ons op het kampterrein staan. Ze hebben zich duidelijk in de tijd vergist. We zijn allemaal tevreden over het kerkbezoek, de jongens hebben zich netjes gedragen.

Terug op het kampterrein neem ik de kampregels met ze door. We moeten nog een beetje wennen. De rest van de morgen zijn ze bezig met het verkennen van het kampterrein en het in kaart brengen van de andere groepen die hier ook kamperen deze week.

's Middags is er voor Hans, Wouter, Diederick, Barry, Mark en Rob de kampdoop. Zij zijn voor het eerst met de verkenners mee op zomerkamp. Na het geblinddoekt doorlopen van een aantal proeven moet men voor de kampgeest verschijnen. Wat zich hier precies afspeelt houden we liever geheim. Na afloop klinkt er een yell ten teken dat ze als volwaardig PM'er zijn opgenomen in de groep.

's Avonds na het eten trekt iedereen zijn themakleding aan en nemen Maikel en ik de groep (21 jongens met speren en knotsen) mee het bos in. We gaan het omliggende bos verkennen, op zoek naar indringers, eten en water. Iets verderop lopen we in linie door een donker dennenbos, we gaan op zwijnenjacht. De jongens met speer lopen voorop, de rest volgt. Na het jagen oefenen we ons in het snel verstoppen tussen de varens.

Dan verschijnen Marcel en Marijn ten tonele. Zij proberen ons in de Oeloeboeloe-taal duidelijk te maken dat ze vreemd volk in de nabijheid van ons kamp aangetroffen hebben. Snel gaan we kijken en sluipen we dichterbij. Vier krijgers met zwarte gezichten en grote witte ogen zitten bij elkaar op de grond, vlakbij ons kamp. Wanneer we nog dichterbij proberen te komen worden we ontdekt en slaan ze op de vlucht. Naast de vuurresten ligt een kralen ketting.

Maandag

Een tweedaagse hike met overnachting staat er op het programma. Een voor een gaan de patrouilles op pad, het is prima loopweer. De eerste routeopdracht bestaat, geheel in thema, uit een plat stuk steen met daarin gegraveerd een stripkaart. De leiding gaat ook op pad. Marcel en Marijn op de fiets en Maikel en ikzelf met de auto.

Dit jaar hebben we de hulp ingeroepen van de tl's Steven, Jaap en Jurrian, zij helpen de leiding met het bemannen van de diverse posten, ook op de fiets.

Al gauw blijkt dat de jongens vaak verkeert lopen en te gauw langs de kant van de weg gaan zitten wachten. Het is dan ook al drie uur in de middag wanneer iedereen bij de lunchpost is. Een buikschuif over het water. Behalve Matthieu weet iedereen droog de overkant te bereiken.

Om een uur of tien 's avonds zitten we midden in een natuurgebied primitief ons eten te bereiden. Struik staat er op het programma. De stemming is goed en iedereen vermaakt zich prima. Na het eten lopen we naar de natuurcamping alwaar we met dekzeilen een slaapplaats in elkaar zetten. Het is inmiddels al elf uur en pikkedonker.

Dinsdag.

De volgende morgen lopen de jongens terug naar het kampterrein alwaar aan het kampverslag gewerkt kan worden.

's Middag maken we eerst de groeps- en patrouillefoto's. Aan het eind van de middag meldt Jurrian zich bij de leiding met een flink bloedende hand. Hij heeft zich gesneden aan het mes van Gerard Derks.

Bij terugkomst uit het ziekenhuis, alwaar de wond met twee hechtingen werd dichtgenaaid, zit iedereen in themakleding rond het kampvuur.

Er is een vreemde speer gevonden bij de Uilen in de tent. Op deze speer zit de kralen ketting welke eerder door de vreemdelingen werd achtergelaten. We verdenken de Uilen ervan dat zij willen overlopen naar deze vijandige stam. Iedereen moet voor de rechter verschijnen en een verklaring afleggen. De jury kan geen schuldige vinden, de koppensnellers zullen de speer zeker terug willen hebben. We moeten op onze hoede zijn.

Woensdag

Het weer is alweer mooier dan de dag ervoor, op naar het zwembad alwaar een stevig potje rugby gespeeld wordt. 's Middag gaan we aan de slag met het gieten van tin, trommels maken en proberen we vuur te maken met de vuurboog.

Om een uur of vijf stormt de leiding plots de fouragetent binnen. Met een gevangen speenvarken komen ze weer tevoorschijn. Die kan gelijk aan het spit en boven het vuur. Hoogste tijd ook want vanavond is er ook de ouderavond. We zitten nog te eten wanneer de eerste ouders al het terrein oplopen, iedereen heeft het prima naar de zin gehad deze middag.

De ouderavond verloopt rustig totdat de leiding haar themakleding aantrekt en de boel bij elkaar drijft. De ouders wordt vriendelijk duidelijk gemaakt afscheid te nemen en huiswaarts te keren.

Nadat iedereen vertrokken is worden we bij het kampvuur uitgenodigd door de padvindstersgroep welke op een naastgelegen terreintje staan. Samen zingen we daar liedjes rond het vuur. Om elf uur is het voor onze jongens de hoogste tijd om te gaan slapen

Donderdag

Deze morgen bezoeken we het luchtvaartmuseum in Soesterberg. Aan de hand van een opdrachtenboekje bekijken we alle toestellen. Jurrian en Marijn vd W. konden het tempo niet bijbenen (?) en zijn teruggefietst naar het kampterrein. Terwijl de verkenners 's middags hun laatste euro's in Soest uitgeven kiest de leiding voor een terrasje in het mooiere centrum van Baarn.

Deze avond moet er bijzonder veel gebeuren. In de eerste plaatst hebben we vannacht zelf ons nachtspel en komen er in de loop van de avond zeven 'koppensnellers' die, onzichtbaar voor de jongens, opgevangen moeten worden. Drie Mexicanen welke geen Nederlands spreken en 4 collega's van Marcel. Ook hebben we toegezegd assistentie te zullen verlenen bij het avondspel van de padvindsters en staat er nog een kaderspel op het avondprogramma. Iets te veel van het goede dus.

Tegen een uur of elf sturen we iedereen snel naar bed, het kaderspel wordt verplaatst naar morgen. Terwijl de jongens slapen gaan worden in de materiaaltent de gezichten van de koppensnellers voorzien van witte en zwarte schmink. Zij zullen de jongens wakker maken en Rob (inmiddels op de hoogte gebracht) ontvoeren.

Nadat iedereen met enigen moeite weer uit zijn bed getrommeld is en de koppensnellers er reeds lang met Rob vandoor zijn, gaan we op pad door het donkere bos. We gaan twee mogelijke verblijfplaatsen bekijken. Op het tweede veld worden botten en een schedel gevonden. Voldoende bewijs om ons verdekt op te stellen en te wachten op de dingen die komen gaan. Na een kwartiertje verschijnt er een flinke groep ten tonele met Rob in hun midden. Het verloop van dit spel laat zich raden. Ruim een uur later liggen de koppensnellers moegestreden bij elkaar op de grond. We hebben weer gewonnen!

Vrijdag

Het is half twaalf geweest wanneer de leiding eindelijk wakker wordt en het nog verdacht stil is buiten. Wanneer we ons staan uit te rekken bij de keukentafel vinden we een met tomatensaus besmeurd briefje. Het kader heeft de rest van de troep ontvoerd en wil hen ruilen voor vier flessen limonade en enkele stukken hertenvlees.

Met een nog lege maag en gewapend met vier flessen limonadesiroop gaan we op pad naar het veldje waar we ook afgelopen nacht geknokt hebben.

De drie Mexicanen, die zijn blijven slapen vannacht, zijn ook weer van de partij en verbazen zich steeds meer over de vechtlust van de Nederlandse jeugd. Ook nu weer moet er flink gebutst worden om het kader uit te schakelen. Hoewel sommige jongens nooit opgeven en over een onuitputtelijke voorraad energie lijken te beschikken (Johan + Marijn) kun je toch merken dat ze al een hele week achter de rug hebben. De Mexicanen maken nog een foto van Vincent om thuis uit te kunnen leggen dat ze verloren hebben van een jongen van 14 jaar.

Na terugkomst kan er eindelijk gegeten worden en gooi ik wat spek en eieren in de koekenpan. Dat smaakt best goed, We nemen afscheid van onze gasten en gaan met de jongens naar de padvindstersgroep alwaar we ons kunnen uitleven op de touwbaan. Daarna kan men nog speergooien en moet er met water een parcours afgelegd worden. Zelf ga ik weer naar Soest, boodschappen doen.

Wanneer ik terugkom zijn de jongens druk bezig met het spelen van een ruig potje rugby met een naast ons staande rowangroep. Onze jongens hebben allen hun gezicht geschminkt, sommigen zelfs hun hele lijf (Edwin).

Het ziet er bijzonder indrukwekkend uit, we winnen met 10 tegen 5.
Terwijl de jongens hun laatste punt scoren verdeel ik het eten vast in 5 gelijke hoopjes. Na het fourageren kan er gekookt worden. Het is wel verdacht druk bij de keuken van de Arenden. Driekwart van de groep is hier, in gezelschap van twee padvindsters, het avondeten aan het bereiden.

Tijdens de bonte avond konden er de laatste punten verdiend worden. Na het bekijken van de vijf toneelstukjes trekt de leiding zich even terug om alle punten van deze week bij elkaar op te tellen en zo een kampwinnaar aan te wijzen.

De Valken hebben dit jaar het best gepresteerd en mogen trofee, vlag en roem mee naar huis nemen.

IJstijd

In het komende zomerkamp gaan we terug naar heel lang geleden, naar de tijd dat mensen leefden zonder alle luxe die wij nu kennen. Naar de tijd dat werken niet bestond maar alleen overleven belangrijk was. Die tijd begint ongeveer 10000 jaar geleden toen de de grote ijskappen die de wereld bedekten begonnen te smelten.

Door het smelten van de ijskappen kwam de zee steeds hoger maar werd ook het land vruchtbaarder. Er waren uitgestrekte oerbossen waar allerlei dieren woonden en zo ook de Edelhertjagers (Dat zijn wij dus).

De Edelhertjagers waren de opvolgers van de mamoetjagers, deze leefden in de koude streken tot de laatste mammoet was uitgestorven. De edelherten van toen waren een stuk groter dan de herten zoals wij die kennen en ze leverden dan ook veel vlees op als er eenmaal een gejaagd was.

Zwervers

De Edelhertjagers wisten niks van landbouw of het houden van vee en leefden een zwervend bestaan, ze gingen waar de edelherten gingen. Ze bouwden een kleine nederzetting en gingen op edelherten jagen zolang als ze er waren en trokken weer verder als er niet meer te jagen viel. Tijdens ons zomerkamp zullen wij aankomen op een nieuwe plek waar hopelijk een hoop edelherten zitten om ons weer een tijdje van eten te voorzien.

Om je een beetje een idee te geven zal ik je wat meer vertellen over de gebruiken van de Edelhertjagers.

Werktuigen

De werktuigen die de jagers gebruikten waren gemaakt van allerlei materiaal dat de natuur kon bieden. Touwen werden gemaakt van brandnetel, gras of de bast van een wilg of linde.

De wilg en de berk zijn buigzaam en werden dan ook gebruikt om manden van te maken en soms werden er bakjes gemaakt van berkenbast die gelijmd waren met een soort hars van de berk.

Naast touwen en manden waren er ook scherpe voorwerpen nodig. Deze werden voor in die tijd voornamelijk gemaakt van vuursteen. Dit komt omdat vuursteen zich makkelijk laat bewerken. Voorbeelden van werktuigen van vuursteen zijn; bijlen, speerpunten, schrapers (om leer schoon te maken) messen etc.

Hout en botten van dieren werden ook veel gebruikt om bijvoorbeeld een handvat voor de bijl te maken of een pijl en boog. De plaatjes op deze pagina geven je een beetje een idee hoe dat er uit zag. Voor het kamp kun je dus proberen om werktuigen te maken van steen en hout en misschien kun je wel touw maken uit gras.

Jagen

In het begin jaagde men vooral op kleine dieren met stenen en stukken hout. De Rendierjagers deden dit met speren pijl en boog en hand bijltjes. De speren hadden punten die uitgehard waren in het vuur of losse punten gemaakt van vuursteen. Er waren veel jagers nodig om een edelhert te jagen, soms wel 10!! Er werd ook gebruik gemaakt van vallen en strikken om de dieren te vangen. Een ander techniek was het in een moeras drijven van een hert waardoor hij zich niet meer kon verdedigen. Als je dus op kamp maar niet vergeet om een pijl en boog mee te nemen en uiteraard is ook een speer van levensbelang.

Wonen

Aangezien de jagers nooit lang op een plek woonden maakten ze dan ook gebruik van natuurlijke huizen zoals grotten. De grotten waren vaak de verzamelplaatsen voor de jagers, daar zaten ze om het voor vlees te braden en over de jacht te praten. In deze grotten maakten ze ook vaak schilderingen over de jacht. Naast de natuurlijke woningen woonden ze ook in tenten van huiden en takken. Deze tenten waren wel wat zwaarder als onze huidige tenten ze wogen al snel iets van 200 kilo. De tenten hoef je gelukkig niet zelf te maken, maar misschien dat jullie patrouille wel een overkapping heeft van gras en takken of misschien zelfs leer.

Kleding

De kleding van de edelhertjagers was gemaakt van alles wat ze in de natuur konden vinden. Dat betekende jassen van gras of schors, natuurlijk veel kledingstukken van huiden en van wol, later werd ook katoen gebruikt.

Hun schoenen bestonden waren vaak stukken bast van een boom met leer er omheen gebonden. Om hun nek hadden ze kettingen van tanden en klauwen van dieren en sommigen hadden op hun hoofd een bont muts met een gewij. Uiteraard was een stuk stof om hun middel al voldoende als het weer goed was, ze hadden niet meer kleren als absoluut noodzakelijk. Leer is erg duur en ook wol is lastig aan te komen, je kan een bij een tweedehands kleding winkel kijken of bij de kringloop, misschien kun je een oud wollen kleed vinden of een oude leren jas die je kan verknippen. Mocht je nu niks vinden dan kun je natuurlijk ook van katoen zelf een shirt en broek maken met bijvoorbeeld leren veters of gevlochten gras.

Vuur

Het vlees werd gebraden op het vuur, maar dit was natuurlijk niet het enige nut van vuur. Het werd ook gebruikt om wilde dieren te verjagen en donkere grotten en tunnels te verlichten. Om het vuur te maken moest vaak hard gewerkt worden met een vuurboog, of je had geluk en bezat vuurstenen die je vonken gaven om gedroogde mos of rietpluimen mee aan te steken. Ook werden vaak gedroogde zwammen gebruikt om een vuur aan te maken.

Taal

De jagers hadden nog niet zo'n ontwikkelde taal als wij die nu kennen en hadden vaak een soort kreten voor de bekende dingen al; eten, jagen, slapen, lekker!, pas op!, etc. Uiteraard had iedere groep zijn eigen gebruiken en kreten.

Ga samen met je patrouille hard aan de slag, bedenk een leuke naam, maak leuke themadingen. Het is al bijna zomerkamp!

MENULIJST Zaterdag Chili Con Carne met rijst Zondag Macaroni - vanille vla. Maandag Struik naar keuze, appelmoes - yoghurt. Dinsdag Aardappels, bloemkool, braadworst - saroma met chocolade saus Woensdag Aardappels, worteltjes, sla, komkommer, augurken, uitjes, salade, kokosnoot, big aan het spit. Donderdag Aardappels, boontjes, slavinken - vanille yoghurt met vruchtjes. Vrijdag Aardappels, speklapjes, ? - ?